‘We zijn geen knuffelaars’, lachen Nabila en Nicole eensgezind wanneer ik suggereer om elkaar misschien vast te pakken voor de foto. Maar dat de twee niet zonder elkaar kunnen, besef ik al na tien minuten luisteren. ‘Ze is als mijn oma’, zegt Nabila over Nicole. ‘Ze is een straffe madam’, zegt Nicole over Nabila. ‘En ik mis haar in de zomer als ik haar lange tijd niet hoor’.
Nabila was dertien toen ze met een elektriciteitsfactuur in de hand en tranen in de ogen voor Nicole stond in een bureautje van het Huis van het Kind in Tongeren. Nicole was er vrijwilliger geworden nadat haar man overleed en ze tegen zichzelf zei: ‘Nu kan je twee dingen doen: in de zetel gaan zitten of de handen uit de mouwen steken’. Ze koos voor het laatste. Ze wilde kinderen helpen. En dat doet ze nog steeds. Als vrijwilliger in het Huis van het Kind én bij Auxilia.
De tranen van Nabila komen opnieuw wanneer ze over die dag met de factuur vertelt. Maar van dat bange, stille meisje van toen is niet veel overgebleven. ‘Nee’, zegt ze, ‘dat klopt, dat meisje is verdwenen, dankzij Nicole!’
Nabila kwam met haar familie uit Afghanistan in Tongeren terecht, in een onbewoonbaar verklaard huis waar een huisjesmelker een veel te hoge huur vroeg en verzonnen achterstallen probeerde af te troggelen.
Ik doe nooit iets in haar plaats, ik toon haar alleen de weg
Nabila nam een pro-deo advocaat, schreef een brief naar de schepen en kreeg een afspraak. Nicole hielp haar met de voorbereidingen, supporterde achter de schermen, maar ging niet met haar mee. ‘Ah nee’, zegt ze, ‘want dan leert ze niets’. Nu woont het gezin in een propere nieuwbouw, met altijd warm water en een pak minder huur. Vorig jaar haalde Nabila haar getuigschrift secundair. Nicole ging Nabila’s moeder ophalen voor de plechtigheid. ‘Dit is wat ik altijd wilde,’ zei die toen trots, ‘mijn dochter op het podium zien!’
Hoe kan een leerhulp die je een paar uur per week ziet, zo’n impact hebben op je ontwikkeling?
‘Het begon zo,’ vertelt Nabila, ‘op school was ik kwaad op mezelf omdat ik alleen slechte punten haalde. En ik zag geen manier om die punten omhoog te krijgen. Toch niet alleen. Toen verwees mijn klaslerares me door naar Auxilia. Ik kreeg een afspraak met een vrijwilliger in het Huis van het Kind. Ik kon mijn ogen niet geloven toen ik Nicole daar zag, de vrouw die me geholpen had met de elektriciteitsfactuur ging me ook helpen met school! Ik was zó blij. Ik had veel achterstand doordat ik als meisje in Afghanistan maar af en toe naar school kon. Nicole legde wiskunde uit op een manier die ik snapte. We werkten hard, oefenden mijn Nederlands, en mijn punten gingen één voor één omhoog. Tot ik er op alle vakken door was. Maar het allerbelangrijkste wat Nicole mij heeft geleerd is om mijn mening uit te spreken, mijn eigen ruimte in te nemen.’
Ze gaan je niet bijten, hoor!
‘Ik was vroeger heel stil en ik deed alles alleen. Ik werd ook gepest toen ik van de OKAN-klas naar het reguliere onderwijs ging. Ik was het enige buitenlandse meisje in de klas. Nicole zei me dat ik erover moest praten met mijn leerkracht. Ze leerde me hoe ik dat rustig en beleefd kon doen. ‘Ze gaan je niet bijten hoor’, zei ze, en die zin hoor ik nog altijd als ik twijfel om mijn mond open te doen. Ik overwon mijn angst en ik deed het. Die dag veranderde alles. Ik praatte over hoe ik me voelde, en er werd naar me geluisterd. Mijn pesters gingen toevallig van school en ik sloot aan bij groepjes, ik stond niet meer alleen. En nu ik dat kan, kan niks mij nog stoppen.’
Plaats voor mijn woorden
‘Op een toets laat ik nooit meer een vraag open, zelfs als ik het antwoord niet ken, vul ik toch iets in. Want die witte plek daar op het blad is bedoeld voor mijn woorden, dat is míjn ruimte.’
Nabila zit nu in het zevende jaar verzorging. Frans blijft moeilijk, maar met de hulp van Nicole lukt het wel en haalt ze dit jaar haar diploma van zorgkundige.
Ik vraag naar haar toekomstdromen. Ze kijkt lachend naar Nicole alsof de twee een geheim pact bewaken. ‘Eerst droomde ik vooral van een job, een huis, een auto. Maar nu wil ik eerst nog iets studeren. Verpleegkunde misschien, maar ik kan niet zo goed tegen wonden.’
Nicole: ‘Haar eerste droom was dokter worden. Dat is een klassieke droom van veel kinderen. Veel mensen zeggen dan botweg: “Dat gaat niet lukken”. Maar als je iemand zijn droom ontneemt, neem je ook zijn motivatie weg. Ik heb haar gezegd: “Dat is een hele grote droom. We gaan met kleine stapjes beginnen. Elk stapje wordt dan een droom op zich. Een haalbare droom. En we zien wel waar we uitkomen. Misschien heel ergens anders dan bij dokter”.‘
Domino’s pizza of een standbeeld
Nabila: ‘Ik wilde ook geld verdienen, en ik ging bij Domino’s pizza werken. Maar Nicole hield me tegen. “Daar ga je nú weg!” zei ze streng. “Dat past toch niet bij je droom? Waarom probeer je geen jobstudent te worden in het woonzorgcentrum waar je stage hebt gedaan?” Nu werk ik daar tweeënhalf jaar en iedereen houdt van me. En ik hou van de mensen. Ik kom er op voor mezelf en voor andere studenten wanneer zij soms onterecht de schuld krijgen van foutjes. Ik weet hoe ik beleefd maar kordaat kan zeggen hoe oneerlijk ik dat vind. Wij werken namelijk even hard als de mensen in loondienst. Doordat ik rustig mijn mening heb gezegd, behandelen ze ons nu niet meer als studenten maar als collega’s. Een collega zei onlangs: “Nabila, we zouden hier een standbeeld van je moeten zetten!” ’
Dan vraag ik naar de dromen van Nicole. Zonder nadenken zegt ze: ‘Mijn droom is oud genoeg worden om Nabila haar dromen te zien vervullen.’
Nabila voegt nog snel toe: ‘En als Nicole zo oud wordt, wil ik voor haar zorgen.’
Het kost me veel moeite om dit duo bij het afscheid niet plat te knuffelen.
“als je iemand zijn droom ontneemt, neem je ook zijn motivatie weg”
Zin om vrijwilliger te worden?
Ontdek of dit iets voor jou is.
Nieuwsgierig naar onze visie?
Ontdek wat ons drijft.