Diane Denys (°1950) is licentiaat scheikunde, en was jarenlang leerkracht wiskunde en wetenschappen in middelbare scholen. Sinds begin jaren ’90 is ze Auxilia-leerhulp. Ruw geschat heeft ze zeker 100 leerlingen geholpen.
‘Je zit op een stoel. En je zit naast een andere persoon op een stoel. Je zegt misschien zelfs niks en je hebt met moeite contact. Tóch heb je een invloed. Je was er gewoon op een bepaald moment voor die persoon.’
Die woorden heeft Diane Denys onthouden uit een Auxilia-vormingssessie. Ze legt er ook vaak de nadruk op in ons gesprek: je maakt als leerhulp áltijd een verschil, ook al denk je soms van niet.
Je moet zelf beslissen hoe ver je gaat
Diane doet veel meer dan op die stoel zitten. Door haar ‘empathisch gen’ trekt ze snel persoonlijke verhalen naar zich toe en nemen leerlingen haar in vertrouwen. In het begin ging ze soms over haar grenzen. “Je kan verder gaan dan je Auxilia-engagement: meegaan naar de dokter, het huis helpen schilderen. Maar dat moet je eigen keuze zijn. Hoe beslis je hoe ver je gaat? Hoe zeg je ‘nee’ tegen iemand die alleen jou vertrouwt? Daar had ik het bij mijn eerste leerling, een sociaal geïsoleerde volwassen vrouw met een handicap, best moeilijk mee. Ik was daar een ‘engel die uit de hemel kwam vallen’. Dat is een bijzondere positie waarmee je moet leren omgaan.”
Dat leerde ze, en soms ze ervoor om best ver te gaan, tot in Ghana en Syrië op familiebezoek met leerlingen. “Als Auxilia-vrijwilliger kom je in heel de wereld”, zegt ze lachend. Wij bedoelen dat bij Auxilia figuurlijk, maar letterlijk kan dus ook.
Geadopteerde oma
“Ik weet wel dat niet alle begeleidingen zo intensief zijn als de mijne. Ik doe dit nu dertig jaar en ik heb zowel zware als luchtige verhalen. Sommige blijven me voor altijd bij, en met veel ex-leerlingen ben ik in contact gebleven. Ik begeleid nu zelfs Mustafa’s* zoon en zit zo dus al aan mijn tweede generatie. Ze noemen me hun geadopteerde oma en die rol neem ik met veel plezier op.
Ik help vaak leerlingen in de leeftijd van 15-17 jaar. Dat zijn cruciale jaren in een leven. Voor leerlingen die het op die leeftijd niet zien zitten, kan zo’n steuntje echt levensveranderend zijn.”
Het woord is gevallen. Levensveranderend. Het is een groot woord. Maar Diane gebruikt het vaak, zonder twijfel en ze bewijst het met verhalen.
Van de hel naar de hemel
“In een bepaalde periode werkten we samen met jeugdzorg. In teamverband (verschillende Auxilia-vrijwilligers voor verschillende vakken) hielpen we leerlingen om zich voor te bereiden voor de centrale examencommissie. Dat waren zware begeleidingen.
Mieke* had op haar 20ste al moeilijke jaren meegemaakt (op straat gewoond, zwanger geworden, buitengevlogen op school) toen ze besliste om haar eigen kind een beter leven te geven. Dankzij onze hulp haalde ze haar diploma middelbaar. Toen was ze vertrokken. En nu is ze assistent psychologie. Daar ben ik enorm trots op. Zo zei ze me achteraf: ‘Dat was de mooiste tijd van mijn leven, ik genoot van dat studeren, ik ontdekte mezelf en mijn kwaliteiten’. Ze was intelligent en gemotiveerd, maar had die ondersteuning wel heel hard nodig. Dankzij Auxilia is zij echt van de hel naar de hemel gegaan. Wij hebben nog altijd contact.
Of Mustafa*, die op zijn 15de van Syrië naar België kwam en in een opvoedingsinstelling woonde omdat hij geen volwassenen had die hem voldoende ondersteunden. Hij behaalde een kappersdiploma. Wat voor bijlessen ik allemaal gegeven heb! Ik heb veel bijgeleerd over wat er allemaal in haarproducten zit”, lacht Diane.
“Het is ongelooflijk wat voor impact je hebt. Zo’n gasten staan alleen in de wereld en ik was een soort vervangouder. Jeugdhulp levert fantastisch werk, maar eens ze 20 zijn is dat gedaan. Nog een jaar worden ze opgevolgd en dan staan ze er alleen voor. Twintig is nog erg jong als je niet naar ma of pa kan bellen wanneer er iets is.”
Tweedegraadsvergelijkingen
“Kwame* was heel intelligent en ging even naar school maar dat lukte niet omdat hij niet genoeg Nederlands kende. Hij zag het niet meer zitten en werd depressief. Ik besloot om met wiskunde te beginnen, met tweedegraadsvergelijkingen. En plots was hij als een vis in het water, zo gelukkig dat hij dat kon. Met teruggevonden zelfvertrouwen ging hij voor zijn middelbaar diploma. Hij studeerde verder in Engeland en haalde een master in de economie. Nu woont en werkt hij in Nederland, daar ben ik hem al gaan bezoeken. Ik durf niet te raden naar wat er zou zijn gebeurd als ik in die moeilijke periode niet met die vergelijkingen was afgekomen.”
Auxilia heeft ook mij erdoor geholpen
“In 2017 kreeg ik melanoomkanker. Ik ben zwaar ziek geweest. Mijn lichaam was gesloopt en de vooruitzichten waren niet goed. Auxilia was toen een sterke motivatie. Ik wilde blijven lesgeven voor zover het ging. Mijn Auxilia-leerlingen hebben me er toen eigenlijk doorgeholpen.
In de zomer dat ik helemaal niet goed was, kwam mijn leerling uit Guinee (17j) wekelijks bij mij thuis voor bijles wiskunde zodat hij in september zou kunnen inhaken op school. Hij kende zelfs geen kwadraat, maar het is gelukt! Hij is ook verder gaan studeren: toerisme. We zijn er die zomer allebei doorgeraakt. Je ziet, Auxilia heeft voor mij een héél grote betekenis. Het heeft mij ook als persoon veranderd: ik heb nu een veel bredere kijk op immigratie, op leerproblematieken en op jongeren. Ik vind dat fantastisch!”
“Het is niet wat je overkomt, dat bepaalt wie je bent, maar wat je ermee doet.”
Ik vraag aan zo’n ervaren rot terloops ook even welke tips ze heeft voor nieuwe vrijwilligers.
“Dat je geen leerkracht hoeft te zijn om dit werk te doen. Ik geloof dat je vooral moet kunnen luisteren. En er humor inbrengen! Dat zijn denk ik de belangrijkste dingen. Want uiteindelijk doen ze het zelf. Je moet eigenlijk alleen maar met je twee handen zo’n steuntje maken waarop ze een voet kunnen zetten om over de muur te kunnen klimmen die anders nét te hoog is. Sommigen zijn zwaar, anderen lichtgewichtjes. Maar zonder dat steuntje geraken ze er niet.
Vorige week vroeg een ex-okanleerling, een vluchteling uit Afghanistan: ‘mevrouw, wat is uw motto eigenlijk?’
Mijn antwoord was: ‘Het is niet wat je overkomt, dat bepaalt wie je bent, maar wat je ermee doet.’ Ik vroeg hem waarom hij mij die vraag stelde.
‘Ik vond dat jij zo een type was om mee te praten’, zei hij.”
Na dit gesprek weten we dat die jongen dat heel scherp heeft gezien.
* om privacyredenen gebruiken we voor leerlingen fictieve namen
“Uiteindelijk doen ze het zelf. Je moet eigenlijk alleen maar met je twee handen zo’n steuntje maken waarop ze een voet kunnen zetten om over de muur te kunnen klimmen”
Zin om vrijwilliger te worden?
Ontdek of dit iets voor jou is.
Nieuwsgierig naar onze visie?
Ontdek wat ons drijft.